7e eeuw: het eerste kerkje
In de crypte van de gotische Sint-Martinusbasiliek liggen de resten van een boomstronk. Volgens sommige historici zou deze boom in pre-christelijke tijden een Keltische cultusplaats geweest zijn die later door de christelijke missionarissen zou zijn gekerstend. Dat de kerk van Halle gewijd werd aan Sint-Martinus ondersteunt dat vermoeden. Sint-Martinus was een zeer populaire heilige in de jonge kerk. Volgens de overlevering zou hij ooit tijdens zijn kersteningsactiviteiten een cultusboom geveld hebben. Om de lokale bevolking van het christelijke geloof te overtuigen bleef hij onder de vallende boom staan en dwong hij deze door gebed naast zich neer te leggen. Dit verhaal kan ook de toenmalige bevolking in de regio Halle hebben overtuigd en verklaren waarom de kerk Sint-Martinus als patroonheilige kreeg. De resten van de boomstronk liggen nog altijd in de crypte van de basiliek.
Rond 635 werd in Halle het eerste kerkje gebouwd door Woubert en Berthilde. Woubert was verbonden aan het hof van de Merovingische koning Clotharius II en hij was heer van het landgoed van Halle. Het kerkje is vermoedelijk gebouwd nabij een waterput en een boom waar volgens de overlevering een beeld van Onze-Lieve-Vrouw zou gehangen hebben.
14e eeuw: de Mariakapel en het Broederschap van OLV van Halle
In 1335 werd gestart met de bouw van de gotische Mariakapel, de ‘voorloper’ van de huidige Sint-Martinusbasiliek.
In 1328 was Edward III van Engeland, naast Filips VI van Frankrijk, medekandidaat voor de Franse troon omdat de Franse koning Karel IV geen kinderen had. De Franse edelen gaven de voorkeur aan Filips. Aanvankelijk erkende ook Edward III Filips als Franse koning, maar in 1337 kwam daar plotseling een einde aan. Hij trok de erkenning in, noemde koning Filips slechts hertog van Valois en viel het land aan.
In 1337 sloot de Engelse koning Edward III in Halle een verbond tegen de Franse koning. Dat verbond wordt aanzien als de aanzet voor de 100-jarige oorlog. Korte tijd nadien, in 1344, wordt de Broederschap van OLV-Halle opgericht. Broederschappen zijn kerkelijk goedgekeurde verenigingen opgericht door gelovigen die zich inzetten voor liefdadigheidsdoelen, de verfraaiing van missen en processies, enz. Het Gulden Boek van het Broederschap wordt nog altijd bewaard in de crypte van de Sint-Martinusbasiliek en bevat op de eerste bladzijden alle namen van de bondgenoten van Edward III.
De broederschap Onze-Lieve-Vrouw van Halle had als doel de devotie van de Zwarte Madonna te promoten. Wereldwijd bestonden er verschillende Broederschappen van Onze-Lieve-Vrouw van Halle, die haar verhaal vertelden, bewaarden en doorgaven. De broederschap Onze-Lieve-Vrouw van Halle is een van de oudste broederschappen van ons land en bestaat nog altijd.
In 1267 werd een Mariabeeld aan de stad Halle geschonken door het gravengeslacht van Henegouwen. Het beeld maakte deel uit van de erfenis die Sofia van Thüringen had gekregen van haar moeder, Elizabeth van Hongarije. Mede dankzij dit beeld werd de kerk een centrum van Mariadevotie en groeide ze uit tot een bekend bedevaartsoord. In de daaropvolgende jaren werd de kerk overspoeld door duizenden pelgrims die het Mariabeeld kwamen bewonderen.
1341 - 1409: bouw van de kerk
In 1341 werd de eerste steen gelegd van een nieuwe kerk in gotische stijl. In 1409 werd ze ingewijd. Aan de toren werd gebouwd tot 1470. De doop- en de Trasegnieskapel, die beide gotisch zijn, dateren van respectievelijk 1440 en 1467. De barokke sacristie is in de zeventiende eeuw gebouwd.
1404: Filips de Stoute sterft in Halle
Filips de Stoute werd op 17 januari 1342 in Pontoise geboren als vierde en jongste zoon van de Franse Valoiskoning Jan II. Hij zou de eerste hertog van Bourgondië in de Nederlanden worden. Hij overleed in de vroegere herberg 'Het Hert', tegenover de Sint-Martinuskerk op 27 april 1404. Zijn ingewanden liggen in de schatkamer begraven.
1410: inhuldiging en belegering
De basiliek werd in 1410 plechtig ingewijd door de toenmalige aartsbisschop van Kamerijk. Binnenin kan je de kanonballen terugvinden die Onze-Lieve-Vrouw van Halle, de Zwarte Madonna, zou hebben opgevangen in haar mantel tijdens de belegering door Filips van Kleef, leider van de Vlaamse Opstand, op 24 juni 1489. Door de kruitsporen zou ze zwart geworden zijn. Honderden bedevaarders brengen haar nog steeds jaarlijks een bezoek. In 1946 kreeg de kerk officieel de titel van basiliek. Ze is onlangs gerestaureerd en blijft een populaire bedevaartsplaats.